Detailopname van de 'onderkant' van de grote zwerfkei aan de Onnerweg te Haren. Op zaterdag 16 april 2005 organiseerde de Geologische Vereniging Groningen een excursie onder leiding van Harry Huisman. Hij voerde enthousiast een groepje van twintig man/vrouw door de dreven rondom de stad Groningen. De verschillende geologische kenmerken werden ter plaatse door Huisman getoond en besproken. De grote zwerfkei in Haren kreeg speciale aandacht, want daarop had hij een specifiek kenmerk ontdekt nl, abrasie. Het was volgens hem het mooiste voorbeeld om uitleg te geven over dit fenomeen. Abrasie was en is volgens hem de grote schuurmachine van de wind beladen met zand en of stof. Deze is zo sterk dat grote aan de oppervlakte liggende veldkeien er door afgeschuurd worden.

De grote kei van de Onnerweg had volgens Huisman plat op de grond gelegen. Heersende winden tijdens de koudste fase van het Weichselien (40.000 - 30.000 BP), beladen met zand en of stof, hadden er lange tijd tegenaan geblazen. Dit had ervoor gezorgd dat de grond onder de kei gedeeltelijk weggeblazen werd en dat de meegevoerde zandkorrels nu geen kant meer opkonden en als in een centrifuge gingen ronddraaien. Met als gevolg het extra zandstralen van de onderkant van kei. Hierdoor ontstond een holte direct achter de rand waarmee de kei op de grond lag. Het oppervlak ziet er sterk geërodeerd uit.

Indien wind beladen met zand en of stof de veroorzaker van windlak zou zijn, dan zou het in dit voorbeeld zeker niet hebben kunnen ontbreken. Echter wat we zien is een verwoestend effect, de zachtere delen tussen de kwarsten in de steen zijn weg geblazen. En ook die hardere kwartsen hebben geen hoogglans. Dit voorbeeld maakt eens te meer duidelijk dat abrasie niet de veroorzaker van windlak=hyaliet kan zijn geweest op stenen en artefacten.

 

 

terug naar sluiting natuurmuseum